Werkplan

In een werkplan beschrijf je hoe een experiment eruit komt te zien. Dit maak je vooraf aan je metingen; zodat je jezelf dwingt goed na te denken over je onderzoeksopzet voordat je gaat meten en je ook iets hebt wat in gesprek met een begeleider verbeterd kan worden.

  1. Noteer de namen van de auteurs, begeleidend docent en  de opdracht waar het bij hoort.
  2. Noteer afhankelijke en onafhankelijke variabele die je wilt meten. Werk uit hoe je deze wilt gaan meten en welk meetinstrument je daarvoor nodig hebt. Zoek waar nodig op welke meetwaarden je gaat verwachten zodat je een meetinstrument met passend bereik kunt kiezen. Als je een variabele niet direct kunt meten of vastleggen dan moet dat uitwerken via een formule.
  3. Geef een gedetailleerde stapsgewijze beschrijving van alle handelingen die moeten worden uitgevoerd. Denk aan een recept waar ook alle handelingen in staan.
  4. Werk uit hoe kunt voorkomen dat andere variabelen dan de onafhankelijke variabele de uitkomst van je metingen kan verstoren.
  5. Overleg met een TOA en/of docent of meetinstrumenten geschikt en beschikbaar zijn. Overleg of het nodig is een gidsexperiment, proefmeting of test-interview moet af te nemen.
  6. Maak een overzicht van alle materiaal die je nodig hebt voor je experiment, vul het materiaalaanvraag-formulier in bij de TOA's.
  • Door: LEE , leerlaag: bovenbouw PWS NWO
  • aug 2022